Samen spelen, samen delen.
Er komt altijd een moment dat je je kind wil leren wat delen is. Alhoewel sommigen dat uit zichzelf lijken te doen, hebben andere kinderen daar meer moeite mee. En dit is ook helemaal niet gek. Alhoewel? Hoe zit dat dan met de uitspraken: je kunt niets weggeven wat je niet hebt en hoe meer je geeft hoe meer je ontvangt? Ze lijken een contradictie.
Een kind heeft van nature een overvloedsmindset.
Als je kijkt naar de behoeftevervulling van een kind, dan leeft hij over het algemeen in de baarmoeder in overvloed. En ook na zijn geboorte worden over het algemeen de behoeften van een kind centraal gesteld. Je kind krijgt alles dat hij nodig heeft en ervaart dus ook overvloed.
Maar dan komt het punt dat wij ons kind iets willen gaan leren, ze worden groter en moeten socialer worden, samen doen, samen spelen, samen delen. Je kind ontwikkelt echter op dat moment ook zijn ik-bewustzijn en dus zet je kind zichzelf centraal. De eerste knelpunten ontstaan in je kind. Het moet iets delen, weggeven, maar wil het zelf hebben en ontdekken. Het heeft vaak nog geen voldoende besef van dat iets blijft bestaan als het uit het zicht is en begrijpt niet dat als je iets deelt dat hij het terugkrijgt, dus het eerste gevoel van tekort ontstaat.
Tot het leven ertussen komt.
Het is logisch dat deze ontwikkelingen met elkaar botsen. We willen ons kind iets leren over zijn plek in de wereld, over relaties, geven en ontvangen. Van de wereld alleen in hem of haarzelf ga je zo naar bewustzijn over de wereld daarbuiten. En daarmee introduceer je ook de wereld van de dualiteit. De overvloedgedachte van het kind komt dan naast de gedachte van tekorten te staan.
Tenzij het kind dat overvloed gevoel behoudt, zal het dus ook tekorten gaan ervaren. Dat is natuurlijk ook goed. En zolang hij wel een overvloedsgedachte behoudt, dan zal hij of zij misschien vooral aan zijn eigen behoeften denken, maar weten er is meer dan genoeg.
Wanneer het leven jouw tekorten geeft kun je je hiermee gaan identificeren.
Nu ben ik geen psycholoog of gedagoog. Maar wat ik wel kan zeggen uit ervaring met mijn eigen kinderen, is dat mijn oudste meer moeite heeft met delen dan de jongste. En natuurlijk kun je zeggen, de oudste is langer alleen geweest, dus dat is logisch. Maar voor mijn gevoel gaat het om iets diepers dan dat.
Mijn oudste heeft lange tijd angsten gehad, hij heeft zware voedselallergieën die gelukkig langzaam weggaan, maar hij heeft dus wel een gevoel van tekort gehad. Zelfs letterlijk ademtekort door zware benauwdheid en longontsteking. Hij weet wat het is als er niets lekkers is voor hem dat hij mag eten. Hij weet hoe het is als er niet genoeg aandacht is voor hem. Hij is dus vervreemd van de overvloed gedachte. Of in elk geval kent hij de andere kant maar al te goed.
Geeft het leven je overvloed dan behoud je jouw positieve mindset.
Mijn jongste daarentegen zit nog steeds vol in het gevoel van overvloed. Hij is nooit ernstig ziek geweest, krijgt alle aandacht die hij nodig heeft, krijgt alle liefde, en zijn behoefte worden altijd op natuurlijke wijze vervuld. Hij kent geen pijn, geen angst. Hij leeft heerlijk in het hier en nu. Volledig in contact met zichzelf.
Hij zit nu ook in de ik-fase, maar hij deelt zijn eten, zijn lekkers, zijn liefde en aandacht. Hij is open en vrij. En natuurlijk geeft hij zijn grenzen aan en komt hij op voor zichzelf.Hij leeft in overvloed en dat merk ik niet alleen, maar velen om mij heen. Hij is sociaal, open en vrijgevig. En natuurlijk geeft hij zijn grenzen aan en kan hij iets gewooon voor zichzelf willen houden.
Je kunt alleen maar delen wat je in overvloed hebt.
Toch is er een groot verschil in een overvloedsgedachte hebben en weggeven wat je niet hebt of maar heel weinig van hebt. Dat heeft niets te maken met delen, maar met een tekort creëren of in stand houden.
En dat is waar wij vaak zelf als volwassenen ook nog de fout in gaan. We geven soms letterlijk en figuurlijk onszelf weg. ‘Deel alleen iets waarvan jij meer dan genoeg hebt’ werd mij in een online ‘challenge’ eens gezegd. En toen viel het kwartje pas.
Als je tekorten gaat weggeven, wordt het tekort erger. Als je overvloed gaat weggeven, wordt het meer. Delen is vermenigvuldigen, maar wel als je dit doet vanuit overvloed. En delen hoeft dus ook niet je geld te zijn of je spullen, maar kan ook puur bestaan uit liefde en aandacht. Juist dat ondersteunt ons gevoel van overvloed. En als dat goed zit, dan zit het met het sociaal ‘wenselijk’ gedrag van delen ook wel goed.
Wil je jouw kind leren delen, leer het dan om te delen wat hij heeft. Zo bouwt je kind een overvloedsgedachte op en heel je het gevoel van tekort.
Bekijk hier het verhaaltje: De mus en de broodkruimels
Met een wijze liefdevolle boodschap aan je kind, om vooral te delen waar hij genoeg van heeft, zodat hij of zij zichzelf nooit tekort doet.
Liefs,
Wil je zelf ook het systeem van helende verhalen gebruiken om je kind te ondersteunen, kijk dan naar mijn 3-delige training Leer helende verhalen schrijven.